‘Flink zijn is Link. De gevaren van het doorlopen met de gevolgen van een schokkende gebeurtenis.’ De Dordtenaar, 11 oktober 2001”
Het Albert Schweitzer ziekenhuis belicht vandaag tijdens het symposium ‘Flink zijn is Link’ de gevaren van het doorlopen met de gevolgen van een schokkende gebeurtenis.
Door Jill Waas
DORDRECHT – Een verpleegkundige ziet een patiënt, die ze heeft proberen te reanimeren, onder haar handen sterven. Vervolgens reageert de zoon van de patiënt zijn emoties af op haar. „Ik krijg je nog wel, je hebt mijn moeder dood laten gaan”, bedreigt hij de verpleegkundige.
Een verpleger heeft zijn nichtje verloren bij een auto-ongeluk en een paar weken later komt een meisje van dezelfde leeftijd binnen op de afdeling die zwaargewond is geraakt bij een aanrijding. Of een verpleegster prikt zich aan de naald waarmee ze zojuist bloed heeft afgenomen bij een HIV-geïnfecteerde. Dit zijn slechts een paar voorbeelden van gebeurtenissen die tot traumatische ervaringen kunnen leiden bij ziekenhuispersoneel. Het komt vaak voor dat het slachtoffer de ervaring niet verwerkt, zijn gevoelens wegstopt en gewoon doorgaat. Dat is verkeerd, vindt het Albert Schweitzer ziekenhuis. Tijdens het symposium ‘Flink zijn is Link’ belicht het ziekenhuis de gevaren van het doorlopen met de gevolgen van een schokkende gebeurtenis. „We willen onze medewerkers duidelijk maken dat ze hulp moeten zoeken als ze met nare gevoelens door zo’n ervaring blijven rondlopen. Erover praten helpt, maar beseffen dat het normaal is dat je heftig reageert op zo’n gebeurtenis is het belangrijkste. Ook moeten medewerkers alert zijn op collega’s die iets vervelends meemaken en elkaar opvangen. Gewoon doorgaan en denken dat de gevoelens vanzelf verdwijnen, is gevaarlijk. Verwerk je een gebeurtenis die een diepe indruk op je maakt niet goed, dat steekt de pijn altijd op een onverwacht en ongewenst moment de kop op. Het gevolg kan zijn dat personeelsleden concentratieproblemen krijgen, heel angstig of onzeker worden en zelfs thuis komen te zitten met psychische problemen of een totale burn-out”, zegt beleidsmedewerker Sylvia Mol die het project Vangnet coördineert. Het rapport van de Arbo Unie uit 1999 liegt er niet om: meer dan dertig procent van de gezondheidsklachten van personeel van het Albert ziekenhuis wordt gevormd door klachten van psychische aard. „Het is alleen moeilijk aan te tonen of het door een ingrijpende gebeurtenis op het werk komt. Vaak speelt er meer en is de traumatische ervaring de druppel”, zegt voorzitter J. Hochstenbach van de Arbo- stuurgroep in ziekenhuismagazine Remedie.
Vangnet
Het Albert Schweitzer ziekenhuis is vorig jaar gestart met Vangnet, een project waarin de opvang van collega’s door collega’s na een ingrijpende gebeurtenis centraal staat. Zes medewerkers van het ziekenhuis zijn getraind om collega’s op te vangen en daar komen er nog vier bij. De Vangnetmedewerkers voeren gesprekken, geven emotionele steun en verwijzen het personeelslid indien nodig door naar de bedrijfsarts. Die kan het slachtoffer weer doorverwijzen naar een externe in traumaverwerking geschoolde therapeut. Een belangrijke rol is ook weggelegd voor de mensen op de afdelingen zelf. „Verpleegkundigen zijn verplicht elkaar op te vangen. Wie de traumatische ervaringen van zichzelf afdoet als aanstellerij, kan ook voor een ander niets betekenen”, verklaart Mol. „We moeten voorkomen dat mensen helemaal afknappen op hun beroep doordat ze hun gevoelens wegstoppen. Er zijn al enorme tekorten in de gezondheidszorg en het zou vervelend zijn als die nog groter worden als gevolg van traumatische ervaringen bij het personeel als dat niet goed wordt opgevangen.”
Uit de evaluatie van de Arbo-wet (Soethout en Sloep, 2000) is gebleken dat met name verpleegkundigen eerder dan de gemiddelde mens in aanraking komen met een opeenstapeling van indringende gebeurtenissen. Zo worden bijna dagelijks geconfronteerd met verlies, dood en verdriet. Behalve bovengenoemde voorbeelden zijn er volgens Mol nog tientallen gebeurtenissen te noemen die kunnen leiden tot traumatische ervaringen. „Geweld, bedreigingen of intimidaties door patiënten of bezoekers, seksuele intimidatie en pesten van collega’s en leidinggevenden, patiënten die zichzelf iets aandoen, een verpleegster met een incestverleden die van een collega een goedbedoelde tik op haar billen krijgt, een patiënt waarmee een verpleegkundige een hechte band heeft die komt te overlijden, een ongeluk met een groot aantal zwaargewonden, ruzies tussen patiënten en familieleden enzovoorts.