Agressie in het onderwijs leidt zelden tot structurele aanpak
Een slechte sfeer op school kan leiden tot agressie, ook tegen leraren. Twee manieren om met geweld op school om te gaan: een doordacht plan dat jaren kost of een keihard lik-op-stukbeleid.
Door Menno Pols
Kinderen pesten elkaar op school of vechten een robbertje tegen elkaar. Dat gebeurt al tientallen jaren. Ook leraren moeten het soms ontgelden. Minder vaak, maar wanneer dat gebeurt trekt het meer de aandacht en zijn de gevolgen vaak groter. Het Instituut voor Toegepaste Sociale Wetenschappen (ITS), onderdeel van de Katholieke Universiteit Nijmegen, hield onlangs een onderzoek onder 430 leraren en schoolleiders, verdeeld over alle vormen van onderwijs, va n basisschool tot universiteit. Een kleine 10 procent van hen was het afgelopen jaar door leerlingen gepest. Zeven procent van de docenten was bedreigd met fysiek geweld en 3 procent met de dood. Eveneens ruim 3 procent was door een leerling geslagen of getrapt of zag eigendommen door leerlingen vernield. Zwaar geweld tegen leraren is zeldzaam: een half procent werd in elkaar geslagen of bedreigd met een slag- of steekwapen. Huub Buijssen, psycholoog en gespecialiseerd in traumaopvang, schreef samen met Mathilde Bos het boekje ‘Lesje geleerd?’ over leraren die te maken hebben gehad met ernstige vormen van geweld door leerlingen. ,,Leraren die dit is overkomen zoeken de schuld vaak bij zichzelf. Dat is een manier om controle te houden: als ik nu maar goed oplet, gebeurt het met niet nog een keer. Ook stoppen ze het vaak weg, omdat ze zich schamen en omdat het te pijnlijk is om aan terug te denken.” Volgens Buijssen zijn het niet alleen mishandelingen die het bestaan van een leraar ernstig kunnen ontwrichten. ,,Een flinke scheldpartij of een bedreiging kan ook een grote impact hebben. Zeker wanneer de leraar inschat dat de leerling in kwestie zijn bedreiging ook nog wel eens kan waarmaken.” Geweld tegen leraren komt in de steden vaker voor dan op het platteland, en wordt door allochtone jongeren (met name Marokkanen en Turken) vaker gepleegd dan door Nederlandse leerlingen. ,,In bijvoorbeeld de Marokkaanse cultuur zijn de gezagsverhoudingen duidelijk en is er weinig ruimte voor overleg. In de Nederlandse cultuur wordt juist veel overlegd, ook met kinderen. Een Marokkaanse leerling ziet dat eerder als een vorm van zwakte en gaat de grens opzoeken.”
Revolutionair
Ton Mooij verbaast zich niet over de cijfers uit het onderzoek. Mooij werkt ook bij het ITS, was niet bij bovenstaande publicatie betrokken, maar doet al een kwart eeuw onderzoek naar manieren om scholen veiliger te maken. ,,Dit soort cijfers komt elke vijf jaar naar buiten en meestal verschillen ze niet veel. Waar het om gaat is dat er geen structurele aanpak is van geweld op scholen.” De Nijmeegse onderzoeker ontwikkelde een revolutionaire visie op onderwijs. Daarin worden de kinderen qua leerprestaties aangesproken op hun individuele mogelijkheden en leren ze daarnaast te functioneren in een groep, met de daarbij behorende omgangsvormen. ,,Als je een groep op haar gemiddelde aanspreekt, vallen de leerlingen aan de onder- en bovenkant buiten de boot. De leerlingen die onderaan bungelen kunnen niet meekomen en de hoogbegaafde leerlingen worden niet voldoende gestimuleerd en gaan zich vervelen. Beide groepen lopen het risico ongewenst sociaal gedrag te gaan vertonen.” In de visie van Ton Mooij worden kinderen die de school binnenkomen, gescreend. ,,Er wordt gekeken waar ze staan, qua kennisniveau, maar ook op het gebied van motoriek en sociale en emotionele ontwikkeling. Vervolgens maak je voor ieder kind een ontwikkelingsplan, waarin de leerdoelen staan. Je controleert regelmatig of die doelen gehaald worden.” In het model van Mooij leren de kinderen zowel individueel als in kleine groepjes en klassikaal. ,,Op verschillende plekken in de school worden verschillende vakken aangeboden. Er is een hoek voor techniek, een aardrijkskundeklas en een rekenhoek. Daar zijn leerlingen van verschillende leeftijden bezig. Ze kunnen elkaar dus helpen. De leerling bepaalt zelf waar hij die dag naartoe gaat. Dan is hij sowieso veel gemotiveerder bezig, want hij heeft zelf voor dat vak gekozen.”
Computer
Wie echter denkt dat de school van Ton Mooij geheel vrijblijvend is, heeft het mis. Via de computer en speciaal ontwikkelde software wordt bijgehouden in welk tempo een leerling aan een bepaald vak werkt. ,,Wanneer een kind te weinig aandacht besteedt aan rekenen, geeft de computer een seintje en zal de docent met zo’n leerling gaan praten.” Ook op het gebied van onderling gedrag kan de methode van Mooij een doorbraak betekenen. ,,De leraar spreekt met de leerlingen af welk gedrag wenselijk is, welk gedrag niet, en wat er moet gebeuren als de leerlingen of de leraar zich daar niet aan houden. Zo maak je de leerlingen medeverantwoordelijk voor de sfeer op school. Dat werkt heel goed, ze gaan elkaar corrigeren.” Omdat kinderen bij Mooij leren dat ze anders mogen zijn, neemt het pesten af. Want het zijn vaak de buitenbeentjes die gepest worden. ,,Ook het gebruik van verbaal en fysiek geweld tegen leraren wordt minder. Leerlingen die telkens onvoldoendes halen, raken gefrustreerd en willen hun leraar terugpakken. In mijn methode worden de leerlingen op hun eigen niveau aangesproken en gemotiveerd om op dat niveau prestaties te leveren. Daardoor zullen ze zich gewaardeerd voelen om wie ze zijn en valt in ieder geval die reden weg om hun leraar terug te pakken.” Met de methode wordt al sinds 1981 op scholen geëxperimenteerd. In de tweede helft van de jaren negentig werd in een wetenschappelijk onderzoek vastgesteld dat zij werkt. Ondanks het bewezen succes wordt de werkwijze nog niet massaal toegepast. ,,Dat heeft onder meer te maken met de trots van scholen”, aldus Mooij. ,,Scholen denken dat ze het nu ook wel goed doen. Als ze mijn methode overnemen, moeten ze toegeven dat het al die tijd niet goed gedaan hebben. Het studiehuis is een stap in de goede richting. Daar is ook meer zelfwerkzaamheid en minder klassikale les. Er is echter nog niet genoeg structuur en vooral niet genoeg aandacht voor de zwakkere leerling.” Mooij beseft dat zijn systeem niet zaligmakend is. Een kind met zware achterstanden uit een kansarm milieu is niet zo maar om te vormen tot positieve leerling die niet meer pest en alleen nog maar het goede wil. ,,De school is maar een deel van de sociale omgeving van het kind. Met dit systeem kan de school echter wel zorgen dat de bijdrage die zij levert aan de ontwikkeling van het kind, een positieve is. En dat is al heel wat.”
Veiligheidsgevoel
Een geheel andere aanpak hanteert Adri Bleeker. Sinds het begin van dit schooljaar is hij interimdirecteur van het Calvijn College in de wijk Slotervaart/Overtoomsche Veld in Amsterdam-West. Een achterstandswijk waarop alle clichés van toepassing zijn: lage opleidingen, hoge werkloosheid, veel criminaliteit, veel allochtonen. Uit onderzoek is gebleken dat Slotervaart/Overtoomsche Veld de wijk is met het laagste veiligheidsgevoel van Nederland. Als de kinderen slechte voorbeelden zoeken, hoeven ze alleen maar om zich heen te kijken: twee weken geleden werd voor de deur van de school nog een geldwagen overvallen. Toen Bleeker juli vorig jaar op ‘het Calvijn’ begon, trof hij een school aan in deplorabele staat. Het gebouw was vies en verveloos, de discipline onder de leerlingen was ver te zoeken. Leraren werden uitgescholden en in een enkel geval zelfs fysiek aangevallen en er was veel criminaliteit op school. ,,Ik ben begonnen met het gebouw op te laten knappen, overal planten neer te zetten en te zorgen voor goed, nieuw meubilair, zowel voor de leerlingen als voor de docenten. Psychologisch is dat belangrijk: je laat merken dat je je mensen serieus neemt.” Daarnaast begon Bleeker met het strikt hanteren van de regels. Regels die in veel gevallen al wel bestonden, maar waar niet de hand aan werd gehouden. ,,De regel is dat je je mobiele telefoon voor de rest van het jaar kwijt bent als je hem in de klas gebruikt. Maar wat gebeurde: de telefoon werd afgepakt, maar na de les weer teruggegeven. Dat gebeurt nu dus niet meer. Kwijt is kwijt.” Ook het docentencorps moest er aan geloven. ,,Als je iets wilt bereiken bij de leerlingen, moet je natuurlijk wel zelf het goede voorbeeld geven’ ‘, luidt Bleekers filosofie. ,,Ik wil dat de leerlingen op school niet roken, dus mag het personeel dat ook niet. Dus heb ik de rookruimte afgeschaft. Als docenten willen roken, gaan ze maar naar buiten. Daar was veel protest tegen van het personeel, maar ik heb voet bij stuk gehouden. De rookruimte heb ik aan het maatschappelijk werk gegeven, die zijn heel tevreden.”
Marokkanen
De meeste rottigheid op het Calvijn wordt uitgehaald door Marokkaanse jongeren. ,,Helaas is dat zo. Het is het gevolg van het feit dat zo veel mensen uit de Marokkaanse cultuur met een laag inkomen bij elkaar in een wijk wonen. Er is veel werkloosheid, er vindt weinig integratie plaats, jongeren groeien op straat op, waar ze slechte voorbeelden krijgen. Westerse normen en waarden worden amper aangeleerd. ,,Een poosje geleden zei een Marokkaanse jongen tegen zijn leraar: ‘Ik weet je te vinden, na school maak ik je dood’. Ik liet zijn vader op school komen en ik zeg: ‘Uw zoon heeft deze leraar met de dood bedreigd’. Zegt die man: ‘Ja, in onze cultuur is dat niet zo erg’. Ik zeg: ‘Sorry, maar hier vinden we dat niet normaal. U stuurt uw kind naar een Nederlandse school en daar gelden Nederlandse normen en waarden’. ,,Ik verdom het trouwens om bij zo’n gesprek een tolk te zetten. We praten gewoon Nederlands. Pas had ik hier zo’n vader, die zei: ‘Ik niet goed Nederlands praten’. Ik zei: ‘Sorry, maar dit gesprek gaat gewoon door, in het Nederlands’. Ik legde hem uit wat zijn zoon gedaan had en zei dat hij vijf dagen geschorst zou worden. Zegt die man: ‘Vijf dagen?’ Hij had het dus best begrepen. Voor mij zijn het gewoon Nederlanders. Onze leerlingen zijn de toekomstige volwassenen van Amsterdam.”
Feesten
De aanpak van Bleeker bestaat niet alleen uit repressie. ,,Er is een schoolkrant gekomen. We hebben een leerlingenraad opgericht, die was er nog niet. Ze mogen over van alles meepraten. Ze hebben zelf het nieuwe meubilair voor de aula mogen uitzoeken. Dat was helemaal nieuw voor hen. En we houden geweldige feesten. De eerste keer ging het mis, toen gingen de Turken en de Surinamers met elkaar op de vuist. Dus heb ik voor het volgende feest een ordedienst ingehuurd. Daardoor werd de toegangsprijs voor het feest voor iedereen één euro duurder. Als leerlingen mij vragen waarom het feest duurder is, zeg ik: ‘Dat komt omdat er de vorige keer gevochten is en ik nu vier portiers heb gehuurd’. Het is belangrijk dat je die dingen uitlegt. ,,Toen ik kwam, was de reactie van de leerlingen: jemig, wat een kerel is dat, zeg. Maar ik merk dat ze het nu prettiger vinden, dat het veiliger en rustiger is op school. Een meisje zei pas: ‘Nu kan ik gewoon mijn telefoon op tafel laten liggen’. Ook de buurt zegt dat de school rustiger is geworden. Ik doe dit niet om lekker streng te zijn, maar uit zorg voor die kinderen. Ze moeten hier op een normale, veilige manier les kunnen krijgen. Maar ik moet zeggen dat het wel helpt dat ik interim ben. Want ik moet een aantal impopulaire maatregelen nemen.” Ook het geweld tegen leraren is door de nieuwe aanpak merkbaar afgenomen. Uitgebannen is het echter nog niet. Daarom heeft Bleeker een training voor het omgaan met geweld naar de school gehaald. Al het personeel, van de docent tot de schoonmaker, volgt die training. ,,Er wordt gewerkt met acteurs die zeer goed situaties kunnen nabootsen. Je komt er achter hoe je in een dreigende situatie reageert. Maar je leert ook over cultuurverschillen. Onder Marokkanen is het bijvoorbeeld heel onbeleefd om iemand aan te kijken van wie je op je donder krijgt, terwijl het bij ons juist onbeleefd is om weg te kijken. Dat is goed om te weten. ,,Mijn aanpak heeft veel opschudding veroorzaakt. De minister is hier geweest, ze was overigens erg enthousiast, en ik word veel benaderd door de media. ,,Maar in feite doe ik niets nieuws. Ik hanteer gewoon de regels. Op veel scholen gebeurt dat niet meer. Zaken die structureel gebeuren, worden telkens weer als incidenten beschouwd. En men houdt het liever stil, bang om aanmeldingen te verliezen. Ik breng het juist bewust naar buiten. ,,Kijk, je weet dat op alle scholen in dit deel van Amsterdam rottigheid voorkomt. Dan stuur je je kind toch liever naar een school waarvan je weet dat die de rottigheid structureel aanpakt? En de praktijk bewijst dat het werkt. We hadden een neergaande lijn in de aanmeldingen, die hebben we tot staan gebracht.”
Citaten van leraren in het ITS-onderzoek over geweld tegen onderwijspersoneel:
,,Een doodsbedreiging wordt al snel uitgesproken, dus ik neem het niet echt serieus, maar het is niet bevorderend voor je arbeidsvreugde.” ,,Een jongen uit groep 8, met reeds een politiedossier, vroeg me terwijl hij zijn uitgeklapte mes naar me toestak: ‘Denk je, trut, dat ik voor jou ga rekenen?’ Ik zei: ‘Ja dat denk ik’. Hij deed zijn mes weer in zijn zak en zei: ‘Oké’. Ik heb nooit meer een aanvaring met hem gehad.” ,,Als (heteroseksuele) vrijgezelle man krijg ik zeer vreemde vragen van vooral allochtone leerlingen over mijn vermeende ‘geaardheid’. Uit de toon van de opmerkingen kan ik opmaken dat een eventueel homoseksuele collega daarop ‘aangevallen’ zou worden.” ,,Iedere onderwijsgevende heeft zich het beroep via ordeproblemen moeten eigen maken. Dit reken ik in beginsel niet tot agressie.” ,,In de klas zijn groepjes kinderen die samenspannen tegen de docent om het lesgeven onmogelijk te maken. Soms gaat dit gepaard met duidelijk seksueel getinte opmerkingen van jongens (ik ben een redelijk jonge vrouwelijke docent van een raar vak, namelijk maatschappijleer).” ,,Een collega is beschuldigd van seksuele spelletjes. Ook al was het niet waar, hij is overspannen geraakt en nooit meer teruggekomen op school.” ,,Als leerlingen voortdurend in de pauze dingen doen die niet mogen, maar er wordt toch niet tegen opgetreden, doe ik net of mijn neus bloed.” ,,Een vrouwelijke conciërge raakte in een handgemeen met een leerling. Zij wilde aangifte doen bij de politie. De directeur oefende zoveel druk uit dat zij daarvan afzag en nu na anderhalf jaar nog steeds problemen daarmee heeft.” ,,Een oplossing om het geweld op school in te dammen? Consequent handhaven van de bestaande regels en er niet vanuit gaan dat de klagende collega uit zijn nekt kletst, is voldoende.” ,,Ik ben blij dat ik binnenkort een andere baan heb. Ik wens mijn collega’s veel succes!”