Met romantiek heeft het huwelijk weinig te maken.
Achter kleine irritaties en hevige echtelijke ruzies zit volgens klinisch psycholoog Huub Buijssen bijna altijd de grote teleurstelling over het falen van het romantisch ideaal: we zouden elkaar toch altijd begrijpen en liefhebben? Dat ideaalbeeld is de bron van veel relationeel ongeluk. ‘Want in praktijk heeft het huwelijk heel wat verrassingen in petto.’
Uit naam van de ‘eeuwige liefde’ verwachten partners het vrijwel onmogelijke van elkaar. De ander moet niet alleen leuk zijn, maar ook lief, woest aantrekkelijk, vol begrip, slim, attent en succesvol. ‘Daar kan natuurlijk bijna niemand aan voldoen’, zegt klinisch psycholoog en communicatietrainer Huub Buijssen (57). Vroeger, zegt hij, was het voldoende als een man zijn gezin kon onderhouden, terwijl de vrouw huis, haard en kinderen bestierde. Mannen en vrouwen leefden feitelijk altijd in verschillende werelden. Totdat in het midden van de 19e eeuw de overtuiging ontstond dat mensen vooral uit liefde met elkaar moesten trouwen. Het romantisch ideaal is sindsdien onuitroeibaar gebleken. ‘Nu móet je elkaar totaal en voor altijd gelukkig maken. Maar zet twee mensen bij elkaar en je hebt dubbel zoveel problemen. Je deelt samen veel sores, maar de extra belasting zorgt ook voor stress die je vervolgens op elkaar afreageert.’
Het ís me wat met partnerrelaties, erkent Buijssen. ‘Het ideaalbeeld heeft voor veel relationeel ongeluk gezorgd, en nog steeds. Want zo werkt het in praktijk niet. Daarvoor verschillen liefdespartners meestal te veel van elkaar. Het idee dat je door een huwelijk nog lang en gelukkig zult leven, is vragen om moeilijkheden. Want het heeft heel wat verrassingen in petto.’
Welke dat zijn, waardoor ze worden veroorzaakt en hoe de onaangenaamheden, de misverstanden en de valkuilen enigszins kunnen worden omzeild heeft Buijssen beschreven in het boek Nu begrijp ik je, over verborgen verwachtingen en verlangens tussen mannen en vrouwen. Eén ding is duidelijk: partners verwachten te veel van elkaar, ze koesteren verschillende – en soms tegenstrijdige – verwachtingen én ze zijn daar tegenover elkaar niet duidelijk (genoeg) over. ‘Mensen willen vaak een twee-eenheid zijn en tegelijk onbelemmerd hun eigen leven leiden. Vaak is het een heel gevecht om een goede balans te vinden.’
Portefeuillehouder
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek eindigt een op de vier huwelijken binnen twintig jaar in een echtscheiding. Op de langere termijn eindigt circa een op de drie huwelijken in een scheiding. ‘Onthutsender vind ik dat vooral vrouwen hun huwelijk een mager zesje geven. Zij zijn meestal de portefeuillehouder van de relatie en stellen die aan de orde, terwijl mannen over het algemeen tevredener over hun relatie zijn. Bovendien moet hij buitenshuis, op het werk, figuurlijk al ‘vechten’; eenmaal thuis wil hij rust en vooral geen strijd met zijn vrouw. Er ontspint zich vaak een vast patroon: de vrouw zoekt toenadering of de confrontatie, de man deinst terug.’
Wat zo’n confrontatie bemoeilijkt, is dat mannen en vrouwen een verschillende kijk op de werkelijkheid hebben. ‘Zij verschillen in karakter, in sekse, in behoeftes, in manier van communiceren en houden er andere normen en waarden op na. Ieder heeft zijn eigen waarheid, of een stukje ervan, en heeft dus een beetje gelijk. Dat maakt dat een juiste omgang met een partner ingewikkelder kan zijn dan het besturen van een straaljager. En een gebruiksaanwijzing is er niet. Mensen ontdekken van lieverlede meestal dat de verschillen met hun partner niet zozeer voortkomen uit onwil of gebrek aan liefde, als wel uit de verschillen in behoeftes en opvattingen.’
Toch is het geloof in De Ware bijna onuitroeibaar, zegt Buijssen. ‘Via kunst, hard werken en de liefde zijn we altijd op zoek naar een gevoel van eeuwigheid en onsterfelijkheid. We blijven op zoek, en we blijven teleurgesteld worden. Toch geven we niet op; het verlangen naar die ene is groter dan wij zelf. En ook al ben je wel gelukkig met een partner: geluk went en je wilt altijd méér. Dat verschijnsel maakt partnerrelaties tot explosieve bommetjes.’
Toiletbril
Neem bijvoorbeeld de kleine ergernissen. Het spreekwoordelijke dopje van de tandpasta, het natplassen van de toiletbril, een slordig huishouden. ‘Partners verwachten van elkaar dat de ander begrijpt hoe jij het wilt hebben en wat jij bedoelt. Maar wat de éen verwacht kan erg afwijken van de verwachtingen van de ander. Een van beiden kan iets superlogisch vinden en denkt dat hij of zij het er daarom verder niet over hoeft te hebben. Achter kleine irritaties en hevige echtelijke ruzies zit bijna altijd de grote teleurstelling over het falen van het romantisch ideaal: we zouden elkaar toch altijd begrijpen en liefhebben?’
Bij ruzie tussen partners komt vervolgens een explosief goedje naar voren: een combinatie van feiten, gevoelens, eigen identiteit (verdien ik dit eigenlijk?) en behoefte aan verbondenheid. In no time kan de boel daardoor escaleren. ‘Stel een gesprek liever uit als je merkt dat je te boos bent. Wacht een dag, maak een ommetje, zoek een constructieve oplossing. Dat vergt veel zelfbeheersing, maar heeft veel meer effect. Want in feite is een ruzie een voortdurend gevecht om liefde. De boodschap erachter luidt: hou van me, wees mijn ideaal, begrijp me, wees attent en lief voor me. Zolang mensen ruziën, is er sprake van verbondenheid. Ze willen er graag samen uit komen.’
Gezien de praktische voetangels en klemmen van het romantisch ideaal, is een verstands- of zelfs een gearrangeerd huwelijk misschien toch niet zo heel verkeerd? ‘Uit onderzoek blijkt dat die partners aanvankelijk minder gelukkig zijn, maar de schade na een paar jaar inhalen. Nog wat jaren later zijn zij zelfs gelukkiger dan mensen die uit liefde met elkaar zijn getrouwd. Zij weten dat ze er iets van moeten maken, en dat lukt vaak ook. In het westerse huwelijk staat altijd de deur van de nooduitgang – echtscheiding – op een kier. Ik wil geen propaganda maken voor het gearrangeerde huwelijk, maar het maakt wel duidelijk dat ons romantische ideaal niet zaligmakend is.’
Nu begrijp ik je, Huub Buijssen. Uitgeverij Unieboek/Het Spectrum. ISBN 978 90 491 0437 5, prijs ….euro.