Onze trainingen zijn steeds gebaseerd op de meest recente inzichten en onderzoeksgegevens.
Het effect van een training is echter niet alleen afhankelijk van de inhoud en de wetenschappelijke onderbouwing van een training, maar ook van de mate waarin de training didactisch goed ‘scoort’. Aan dit laatste schenken we daarom veel aandacht.

Vier erg belangrijke didactische principes zijn:

    • – de cursist de gelegenheid geven om het geleerde te laten bezinken: daarom nooit een training in een aaneengesloten blok van twee of drie dagen
    • – leren door eerst te laten zien hoe het moet (modelling).
    • – leren aan de hand van eigen ervaringen: geen acteurs of rollenspelen
    • – leren door te doen

Over elk van deze principes nu iets meer

1. Werken met intervallen
In zijn boek Emotionele intelligentie in de praktijk, (hogelijk geprezen door oa NRC, Vrij Nederland, De Psycholoog en Elsevier), schrijft Goleman dat jaarlijks wereldwijd vele tientallen miljarden euro’s worden verspild aan cursussen doordat ze in een aaneengesloten blok van twee of meer dagen worden gehouden. Als het in de training aankomt op het vergroten van kennis is dat – aldus Goleman – geen probleem, maar dat is het wel als het gaat om het leren van vaardigheden. Het rendement pakt dan zelfs vaak negatief uit, zo hebben talrijke studies laten zien. In plaats van vooruit, gaat de cursist er op achteruit. Om vaardigheden aan te leren, zoals bijvoorbeeld het vergroten van luistervaardigheden moet de cursist de gelegenheid krijgen om wat hij geleerd heeft, te laten bezinken en om ermee in de praktijk te oefenen. Het rendement is zo vele malen hoger.
Om deze reden plannen we meerdaagse trainingen altijd zo dat er tussen elke trainingsdag altijd een interval volgt van tenminste een week. Om een nóg hoger rendement te behalen, wordt na een half jaar een terugkombijeenkomst gepland waarin praktijkervaringen van de voorbije periode als leidraad fungeren.


2. Eerst laten zien hoe het (wél) moet.

Goleman schrijft ook dat er uit onderzoek blijkt dat er geen verband bestaat tussen tevredenheid over een cursus (zoals meteen na afloop gemeten) en daadwerkelijke leerprestatie. ‘Dat het prettig was, wil niet zeggen dat er iets is geleerd.’ De gangbare praktijk is echter, aldus Goleman, dat trainingen vooral worden opgezet om hoog te scoren op amusementswaarde. ‘Het was amusant, dus goed,’ . is de redenering. Vanwege het hoge entertainmentgehalte en de hieruit voortvloeiende tevredenheid is de inzet van acteurs populair. De acteur speelt dan de rol van zieke werknemer, lastige collega, claimende patiënt, getraumatiseerd slachtoffer, enzovoorts. Na enkele instructies en aanwijzigingen vraagt de docent of trainer welke cursist wil oefenen. Na de oefening bespreekt de docent met de cursisten de oefening na en staat hij stil bij wat goed ging en wat fout. ‘Het hoeft ook niet meteen foutloos te gaan, fouten zijn om van te leren.’
Diverse studies laten zien dat deze methode averechts (!) werkt. Als een blauwdruk slaat de cursist in zijn geheugen op wat hij het eerst op de cursus zag en hoorde. Als hij na de training in de praktijk in de slag gaat met wat hij in de training hoopte te hebben geleerd, zal hij dezelfde fouten maken als hij in de eerste oefeningen in de trainingen gedemonstreerd zag.
Omdat wat de cursist het eerst zag het best onthoudt, beginnen we elk trainingsonderdeel steeds met een demonstratie van hoe het moet. Ofwel door het zelf voor te doen ofwel door een demonstratievideo te tonen. Niet alleen is dan het rendement veel hoger, het leerproces verloopt ook veel sneller.

Het voorgaande wil niet zeggen dat we bij onze trainingen niet streven naar een zekere amusementswaarde, dat doen we wel. Het is echter geen op zich staand doel, geen hoofddoel.


3. Leren aan de hand van eigen ervaringen.

Om nog een andere reden werken we bij voorkeur niet met acteurs. Uit onderzoek blijkt ook dat mensen het meeste leren aan de hand van eigen ervaringen! Als het gaat om traumaopvang, hoeven het daarbij niet om zeer indringende te gaan, ook ervaringen die veel indruk op iemand hebben gemaakt (negatief of positief), zijn erg geschikt om ermee de noodzakelijke vaardigheden in te oefenen. Een bijkomend voordeel van het oefenen met eigen ervaringen, is dat men leert zowel eigen taboes en angsten te overwinnen als die van getraumatiseerde medewerkers beter te begrijpen en .. er adequater leert op te reageren.
En als het om het leren van vaardigheden voor rouwbegeleiding gaat, dan hoeft de cursist niet per se zijn eigen ervaringen met dood of overlijden in te brengen, hij kan ook leren via de ‘kleine broertjes van de dood: een belangrijk afscheid, een persoonlijk verlies, een onherroepelijke beslissing.


4. Leren door te doen.
Van de cursist wordt een hoge zelfwerkzaamheid gevraagd. Voorafgaande aan de training dient de cursist zich theorie eigen te maken. Zo dient hij/zij het cursusboek grondig te lezen. Tijdens de training zelf dient hij het geleerde aan een ander uit te leggen, en tussen de trainingsbijeenkomsten wordt van hem gevraagd om huiswerkopdrachten te maken en vaardigheden in de praktijk toe te passen.
Want volgens onderzoek onthoud je:
10 % van wat je hebt gehoord
20 % van wat je hebt gezien
40 % van wat je hebt gezien en gehoord en
80 % van wat je hebt gezegd en gedaan.